Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE stak Zijn hand uit, en [20]roerde mijn mond aan; en de HEERE zeide tot mij: Zie, Ik geef [21]Mijn woorden in uw mond. 20. Verg. Jes.6:7. Dit was den profeet een goddelijk teken om hem in zijn beroep te bevestigen en te versterken; verg Ezech.2:8. 21. Zie Deut.18:18, alzo onder hfdst.5 vs.14.